|
|||||
De Koninklijke | |||||
We keren terug naar het begin van deze eeuw. In 1903 werden in het Steenokkerzeelse gehucht Wambeek een "marsch" en een "kantaat" uitgevoerd onder de titel: "Wambeeksche Heim - opgedragen aan Mijnheer Ernest Fuerison, ter gelegenheid van zijn XXVe jaar als Voorzitter der Fanfare Maatschappij Sinte-Pharaïldis".De woorden waren van Felix Nagels, de muziek van Alphonse Kool. De laatste verzen klonken vanzelfsprekend als volgt: En thans hoopt men nog blij van geest, Dees Vlaamsche lied eens doen te klinken, Op uw gouden jubelfeest. In 1911 verleende Koning Albert I de titel van "Koninklijke Fanfare" aan Sinte-Pharaïldis, wat aanleiding gaf -"noblesse oblige" - tot een groots feest met vaandelinhuldiging, muziekconcerten, dansavond, enz.... |
|||||
Droevige tijden | |||||
De viering van het 50-jarig bestaan in 1919 kon niet doorgaan wegens de nasleep van de voorbije oorlogsjaren en allerhande financiële moeilijkheden. In 1921 werd de fanfare geconfronteerd met een zwaar verlies toen haar Voorzitter, Ernest Fuerison, plotseling overleed. Een nieuw noodlot sloeg echter toe in de vorm van de Tweede Wereldoorlog en hierdoor kon men in Wambeek opnieuw geen verjaardag vieren. 1944 betekende het 75-jarig bestaan van de Koninklijke Fanafare Sinte-Pharaïldis maar opnieuw hadden de Duitse vijandelijkheden roet in het feesten gestrooid. Het was nochtans tijdens deze oorlogsjaren dat de toenmalige voorzitter Jean Van Boxmeer de fundamenten legde voor de latere werderopstanding. | |||||
![]() | naar pagina 3/7![]() | ||||
![]()
|